24. Le Camion Grand Routier
Mede door de opkomst van het internet en de nieuwe mogelijkheden van een website heb ik zo rond 2000 besloten om te stoppen met de oldtimerbeurzen en onderdelenmarkten. Daarnaast ging ik na een tijd ( ca. 10 jaar) fulltime de Eendekooi te hebben gedaan, er weer parttime bij werken. Alle dagen repareren en restaureren zou lichamelijk te zwaar zijn geworden. Op deze manier kon ik me ook meer bezig gaan houden met wat ik toch het leukste vond: in- en verkoop van de écht oudere eenden en A-types en vooral de daarvan nog wel steeds meer zeldzame onderdelen. Veel werd al wel nieuw nagemaakt, maar lang niet alles en ook niet altijd in dezelfde kwaliteit en pasvorm als het origineel van Citroën. Het werd een parttime baan als vrachtwagenchauffeur: aanvankelijk 3 á 4 nachten per week, later minder. Overdag en op vrije dagen had ik dan toch altijd een aantal uren beschikbaar voor de Eendekooi. Het werk in de werkplaats bestond steeds meer uit in- en verkoop van de A-types en de meer bijzondere- en zeldzame 2 cv-onderdelen. Zo kon ik weer 14 jaar vooruit.
Toen het besluit om weer een aantal jaren op de vrachtwagen te gaan rijden was gevallen, kwam de vraag natuurlijk, hoe gaan we dat doen? Distributiewerk overdag op een bakwagen had ik al eerder gedaan en ik wist wat dat betekende: lange dagen maken. Vroeg beginnen en niet moeilijk doen over een dag meer als de baas daarom vraagt. En dan blijft er te weinig tijd over voor de Eendekooi. Bij lijndiensten ’s nachts op groot materieel – trekker-oplegger en andere combinaties – zijn er makkelijker afspraken te maken over werktijden. Het is bovendien rustiger s’nachts, dus meer tijd voor jezelf overdag. Maar ja, je stapt niet zomaar op zo’n combinatie. Hoe pak je dat aan? Natuurlijk op de bekende Eendekooi-manier: Langzaam opbouwen tot het goed voelt en het ook financieel haalbaar is. Eerst moesten er maar eens een aantal (opfris-)cursussen gedaan worden. Maar, ja, dat kost ook geld en hoe verdienen we intussen de kost? Bij het zoeken naar vacatures stuitte Kasper, mijn zoon, op een advertentie van Scania in Zwolle. Via Randstad zochten zij productiemedewerkers voor de assemblage van Scania’s in Zwolle. Tegen een prima salaris, maar wel in 2 ploegendienst: fulltime. Dat zou betekenen dat er even heel weinig tijd was voor de Eendekooi, maar wel veel kennis op doen over de vrachtwagentechniek en eens van binnen uit meemaken hoe het is om in een autofabriek te werken. Zelf heb ik altijd een grote interesse gehad in het reilen en zeilen van deze industrie en ben altijd gek geweest van vrachtwagens. Het zou ook een goede verdienste betekenen om de opfriscursus voor het besturen van een vrachtwagen mee te financieren. Dat betekende ook weer en nieuw avontuur en een nieuwe uitdaging n.b. Rond de onze eeuwwisseling ( het jaar 2000).
Als werkstudent heb ik heel veel fabrieken van binnen gezien en die wereld heeft mij ook altijd wel geboeid. Hoe mensen zich staande weten te houden in zo’n hectische wereld van massaproductie. Ik heb vanaf dag 1 ook een soort dagboek bijgehouden, over hoe dat ging bij Scania: boeiend, maar ook zwaar. Ik heb tot op de dag van vandaag nog steeds groot respect voor al die mannen en vrouwen die dit werk al jaren doen. Het is enerzijds een uitdagende wereld als je houdt van techniek en massaproductie en de stoere sfeer die daar omheen hangt. Ook is het indrukwekkend hoe efficiënt en goed geolied zo’n bedrijf functioneert. Petje af: schone vloeren, goede verlichting in de productiehallen ( veel ramen met buitenlicht), goed verwarmd in de winter en geventileerd in de zomer. Mooie, schone werkkleding, geen lawaai. Maar wel een moordend tempo. In de tijd dat ik er werkte, liep er elke 8 minuten een vrachtwagen van de band, groot of klein, dat maakte niet uit. Elke 8 minuten ging er een belletje en schoof de band weer door naar het volgende station voor nieuwe bewerkingen. En het was de bedoeling dat je op verschillende stations werd ingewerkt zodat je ook op meerdere plekken kon worden ingezet.
Ik heb uiteindelijk twee keer een paar maanden gewerkt bij Scania in Zwolle en veel geleerd en veel gezien. Intussen ca. 8 zaterdagen rijles gevolgd op een hele grote Scania trekker met een 40 tons trailer bij rijschool Oosterpoort in Groningen. Niet genoeg voor een officieel certificaat, maar ik had uit de tijd van mijn militaire dienst (lichting ’71) toch al een groot rijbewijs en een paar jaar ervaring op een bakwagen in het vers vlees. Volgens de tweede instructeur die ik had zou ik de rest wel in de praktijk kunnen leren. Dat bleek te lukken. Na het behalen van nog wat extra certificaten o.m. voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, mocht ik de grote weg op. En jawel, met een Scania. Nu dus achter het stuur. In plaats van aan de assemblageband. Het gaf een vrij gevoel en ik genoot de volgende jaren veel van de nachtelijke ritten naar allerlei distributiecentra in Nederland en België. Er was weer een nieuw ritme. Ik verdiende een vast stukje inkomen met de vrachtwagen. En dat kon ik aanvullen met wat de Eendekooi opleverde; Bijkomend voordeel was dat ik alleen dat hoefde aan te nemen in de werkplaats wat ik wilde en wat ik leuk vond.
Het onderweg zijn met de vrachtwagen leverde veel leuke- en nieuwe contacten op; wist u bijvoorbeeld dat bijna elke vrachtwagenchauffeur helemaal lyrisch wordt van een besteleend? Als ik ze onderweg vertelde wat voor bedrijf ik had en vertelde over het kopen van oude besteleenden uit Frankrijk om die vervolgens weer te restaureren vonden ze dat allemaal prachtig. Ze zijn allemaal gek van dat oude besteleendje, zijn vorm, de spartaanse inrichting en de prestaties die zo’n wagentje kon leveren ondanks zijn geringe vermogen. Ik had dan ook ineens meerdere chauffeurs als klant die in hun vrije tijd een oude eend gingen restaureren. Sommigen deden daar jaren over omdat ze maar weinig vrije tijd hadden, maar de keren dat ze bij mij langs kwamen voor onderdelen en advies, waren altijd leuk. We deelden beide passies: die van de restauratie van een eend én die van het werk op de vrachtwagen. Zo kwam er meer dan 10 jaar lang een chauffeur uit Zeeland langs met zijn tankwagen, na een rit met gevaarlijke stoffen in Duitsland of Scandinavë. Als hij geladen was, mocht hij niet in Eext komen. Leeg wel. Hij was een 2cv 12 PK aan het restaureren en kocht alle onderdelen bij mij. Toen zijn eend eindelijk klaar was, kwam hij op een zomerdag langs in de eend met zijn vrouw. Ze hadden er 2 weken voor uit getrokken om met de eend de reis door Nederland te maken en o.m. langs te gaan bij de Eendekooi in Eext. Piet Gabriëlse moest altijd iets te sleutelen hebben, al was hij nog zo weinig thuis. Het resultaat mocht er zijn. Het eendje was prachtig geworden. Onderweg vergat hij nog een keer zijn benzine-peilstok bij een tankstation, maar op de terugreis bleek de beheerder die keurig voor hem te hebben bewaard. Hij had dat mooie oude eendje wel zien staan. Zo ging dat.
Eerst werkte ik een aantal jaren bij een bedrijf ( ABX) in Hoogeveen met nachtritten naar o.m. Amsterdam, Zwijndrecht, Helmond en Brussel. Bij sommigen moest je zelf lossen en weer laden. Bij andere werd je gelost en weer geladen. En zo ging het later ook bij Sluyter Logistics in Assen met ritten naar o.m. Utrecht, Venlo, Tilburg, Alkmaar, Emmeloord en Deventer en heel lang elke nacht naar Geldermalschen en de laatste 2 jaar naar Rotterdam. In Geldermalschen trof ik vaak een collega die overdag een aantal eenden in de verhuur had. Vooral in de zomermaanden liep dat heel goed. Volgens mij doet hij dat nog steeds. Ik zie ze tenminste nog regelmatig rondrijden in de omgeving van Tiel en Amerongen in de Betuwe en de Utrechtse heuvelrug. Een prachtige omgeving om jezelf en de eend in uit te laten.